De algemene naam voor de locatie waar het aangepaste BIOS wordt opgeslagen is CMOS .
CMOS (Complementary Metal-Oxide-Semiconductor) is een type niet-vluchtig geheugen dat wordt gebruikt om de BIOS-instellingen (Basic Input/Output System) van een computer op te slaan. Het CMOS-geheugen bevindt zich op het moederbord en wordt gevoed door een kleine batterij die ervoor zorgt dat de instellingen bewaard blijven, zelfs als de computer is uitgeschakeld.
Het BIOS is een reeks instructies die worden gebruikt om de hardwarecomponenten van een computer te initialiseren wanneer deze wordt ingeschakeld. De BIOS-instellingen omvatten de tijd en datum, de opstartvolgorde van de harde schijven en de configuratie van de verschillende hardwarecomponenten.
Het CMOS-geheugen wordt gebruikt om de BIOS-instellingen op te slaan, zodat deze gemakkelijk door de gebruiker kunnen worden geopend en gewijzigd. Het CMOS-geheugen is toegankelijk via het BIOS-setupprogramma, een programma dat bij het BIOS wordt geleverd. |