De Apple II stond bekend als een computer omdat het een compleet computersysteem was , in staat om een breed scala aan taken uit te voeren.
Dit is waarom:
* Centrale verwerkingseenheid (CPU): De Apple II had een microprocessor die fungeerde als de "hersenen" van de computer, die instructies en berekeningen hanteerde.
* geheugen: Het had RAM (Random Access Memory) om gegevens tijdelijk op te slaan en ROM (alleen geheugen lezen) om het essentiële besturingssysteem te bevatten.
* input/output -apparaten: Het had een toetsenbord voor invoer, een monitor voor uitvoer en kon verbinding maken met andere apparaten zoals printers en diskettes.
* software: De Apple II kan verschillende programma's uitvoeren, van eenvoudige games tot zakelijke toepassingen, waardoor gebruikers verschillende functies kunnen uitvoeren.
In wezen bezat de Apple II alle essentiële componenten die een computer definiëren: Een processor, geheugen, invoer-/uitvoerapparaten en de mogelijkheid om software uit te voeren.
Daarom werd het terecht beschouwd als een computer, met name een personal computer die is ontworpen voor thuis- en educatief gebruik. |