Inkjetprinters
1. Controleer het display van de printer . De meeste inkjetprinters hebben een display waarop de inktniveaus worden weergegeven. Als een cartridge bijna leeg is, wordt op het display een waarschuwingsbericht weergegeven.
2. Een testpagina afdrukken . De meeste printers hebben een functie waarmee u een testpagina kunt afdrukken. Op de testpagina worden de inktniveaus voor alle cartridges weergegeven.
3. Controleer de cartridges visueel . U kunt de inktniveaus ook controleren door de cartridges uit de printer te halen en te inspecteren. De inktniveaus worden doorgaans aangegeven door een lijn of een markering op de zijkant van de cartridge.
Laserprinters
1. Controleer het display van de printer . De meeste laserprinters hebben een display waarop de tonerniveaus worden weergegeven. Als een cartridge bijna leeg is, wordt op het display een waarschuwingsbericht weergegeven.
2. Een testpagina afdrukken . De meeste printers hebben een functie waarmee u een testpagina kunt afdrukken. Op de testpagina worden de tonerniveaus voor alle cartridges weergegeven.
3. Schud de cartridge . Als u denkt dat een cartridge bijna leeg is, kunt u deze zachtjes schudden om de toner opnieuw te verdelen. Dit kan helpen als u nog een paar pagina's wilt afdrukken voordat u de cartridge moet vervangen.
Als u niet zeker weet welke cartridge moet worden vervangen, kunt u de printersoftware gebruiken om het inkt- of tonerniveau te controleren. De software van de printer bevindt zich meestal in de map Programma's op een Mac, of in het menu Start op een Windows-pc. |