| 1. Installeer de plug-in. 
  
 - Als de plug-in een VST- of AU-plug-in is, moet u de plug-in installeren door de instructies van de plug-in-ontwikkelaar te volgen.  
  
  
 - Als de plug-in een Ableton Live Pack is, kunt u deze installeren door Ableton Live te openen en naar Voorkeuren> Bibliotheek> Bibliotheek beheren> Bibliotheek installeren> Map toevoegen.  
 - Navigeer naar de map waarin de plug-in zich bevindt en klik op Installeren.  
  
  
 2. Open Ableton Live.  
  
  
 3. Selecteer de track waarop je de plug-in wilt gebruiken.  
  
  
 4. Klik op de  + knop in de trackkop en selecteer  Plug-in.**  
  
  
 5. Selecteer de plug-in die u wilt gebruiken in de lijst.  
  
  
 6. Klik op de  Tabblad Plug-ins onderaan het Ableton Live-venster om de plug-ininterface te openen.  
  
  
 7. Gebruik de plug-inbediening om het geluid te wijzigen.  
  
  
 8. Klik op de  OK-knop als u klaar bent met het gebruik van de plug-in.  
  
  
 Hier zijn enkele aanvullende tips voor het gebruik van plug-ins met Ableton Live: 
  
 - U kunt meerdere plug-ins op één track gebruiken.  
  
  
 - Om de plug-ins in een track opnieuw te ordenen, klikt u eenvoudig op de plug-ins en sleept u deze omhoog of omlaag in de plug-inketen.  
  
  
 - U kunt de Plugin Inspector gebruiken om de plug-inparameters te bekijken en te bewerken.  
  
  
 - U kunt het Plugin-toetsenbord gebruiken om de plug-inparameters te besturen met uw MIDI-toetsenbord.  
  
  
 - U kunt plug-invoorinstellingen opslaan voor later gebruik. |