Het wijzigen van map-, bestands- en schijfpictogrammen in Windows kan eenvoudig worden gedaan door deze stappen te volgen:
1. Zoek de map, het bestand of het station:
- Open Verkenner en navigeer naar de map of het bestand waarvoor u het pictogram wilt wijzigen.
- Als u een schijfpictogram wijzigt, opent u Deze computer of Deze pc en zoekt u de schijf.
2. Klik met de rechtermuisknop en selecteer "Eigenschappen":
- Klik met de rechtermuisknop op de map, het bestand of het station en selecteer "Eigenschappen" in het contextmenu.
3. Klik op het tabblad 'Aanpassen':
- Klik in het dialoogvenster "Eigenschappen" op het tabblad "Aanpassen".
4. Klik onder 'Mappictogrammen' op de knop 'Pictogram wijzigen':
- Klik op het tabblad 'Aanpassen' onder 'Mappictogrammen' op de knop 'Pictogram wijzigen'.
5. Selecteer een nieuw pictogram:
- Selecteer in het dialoogvenster "Pictogram wijzigen" een pictogram uit de lijst of klik op de knop "Bladeren" om een aangepast pictogram op uw computer te zoeken.
6. Klik op "OK" om de wijzigingen op te slaan:
- Nadat u het gewenste pictogram hebt geselecteerd, klikt u op de knop "OK" om de wijzigingen op te slaan.
7. Wijzigingen bevestigen:
- Mogelijk verschijnt er een bevestigingsbericht. Klik op "OK" of "Ja" om de pictogramwijziging toe te passen.
Opmerking:
- Het is mogelijk dat niet bij alle bestandstypen de pictogrammen zijn gewijzigd, zoals bij bepaalde systeembestanden of uitvoerbare bestanden (.exe).
- Als u een stationspictogram wijzigt, verschijnen de wijzigingen mogelijk niet onmiddellijk in de Verkenner, maar moeten ze wel van toepassing zijn nadat u uw computer hebt vernieuwd of opnieuw hebt opgestart.
- Het aanpassen van schijfpictogrammen is beperkter dan het wijzigen van map- of bestandspictogrammen.
Optioneel:
- Om het pictogram terug te zetten naar de standaardweergave, klikt u op de knop "Standaardwaarden herstellen" in het dialoogvenster "Pictogram wijzigen" voordat u op "OK" klikt. |