## NTP-server installeren en configureren op RHEL/CentOS 7/8 in 7 eenvoudige stappen
Network Time Protocol (NTP) is een netwerkprotocol voor het synchroniseren van de klokken van computersystemen via pakketgeschakelde datanetwerken met variabele latentie. In deze tutorial laten we u zien hoe u een NTP-server op RHEL/CentOS 7/8 installeert en configureert.
Stap 1:Installeer het NTP-pakket
De eerste stap is het installeren van het NTP-pakket. U kunt dit doen door de volgende opdracht uit te voeren:
```
yum installeer ntp
```
Stap 2:Configureer de NTP-service
Nadat het NTP-pakket is geïnstalleerd, moet u de NTP-service configureren. Open hiervoor het NTP-configuratiebestand `/etc/ntp.conf` in een teksteditor.
```
vi /etc/ntp.conf
```
In het configuratiebestand moet u de volgende instellingen opgeven:
* `server pool.ntp.org`:Dit specificeert de NTP-servers waarmee de lokale NTP-server zal synchroniseren.
* `driftfile /var/lib/ntp/drift`:Dit specificeert het bestand waar de NTP-server zijn driftinformatie zal opslaan.
* `keys /etc/ntp/keys`:Dit specificeert het bestand waar de NTP-server zijn sleutels zal opslaan.
* `statsdir /var/log/ntpstats/`:Dit specificeert de map waar de NTP-server zijn statistieken zal opslaan.
Stap 3:Start de NTP-service
Nadat u de NTP-service heeft geconfigureerd, moet u deze starten. Om dit te doen, voert u de volgende opdracht uit:
```
systemctl start ntpd
```
Stap 4:Schakel de NTP-service in
Om ervoor te zorgen dat de NTP-service automatisch start bij het opstarten, moet u deze inschakelen. Om dit te doen, voert u de volgende opdracht uit:
```
systemctl schakel ntpd in
```
Stap 5:Test de NTP-service
Om de NTP-service te testen, kunt u het commando `ntpq` gebruiken. Deze opdracht toont u de status van de NTP-server en de synchronisatiestatus ervan. Om de opdracht `ntpq` uit te voeren, voert u de volgende opdracht uit:
```
ntpq-p
```
Stap 6:Configureer de firewall
Als u een firewall heeft ingeschakeld, moet u deze configureren om NTP-verkeer toe te staan. De NTP-server luistert op UDP-poort 123. Om deze poort in de firewall te openen, voert u de volgende opdracht uit:
```
firewall-cmd --permanent --add-port=123/udp
```
Stap 7:Start het systeem opnieuw op
Ten slotte moet u het systeem opnieuw opstarten om de wijzigingen toe te passen. Om het systeem opnieuw op te starten, voert u de volgende opdracht uit:
```
opnieuw opstarten
```
Zodra het systeem opnieuw is opgestart, is de NTP-server actief. |