OTF (OpenType-lettertype) en TTF (TrueType-lettertype) zijn twee van de meest voorkomende lettertypeformaten die tegenwoordig worden gebruikt. Beide formaten worden gebruikt om lettertypen op computers op te slaan en weer te geven, maar er zijn enkele belangrijke verschillen tussen beide.
OTF is een moderner lettertypeformaat dat eind jaren negentig door Microsoft en Adobe werd ontwikkeld. OTF-lettertypen zijn gebaseerd op het PostScript-lettertypeformaat, dat door professionele printers wordt gebruikt. OTF-lettertypen kunnen een verscheidenheid aan functies bevatten, waaronder meerdere glyphs, ligaturen en tekenspatiëringsparen. Ze kunnen ook worden gebruikt om variabele lettertypen te maken, die kunnen worden aangepast aan verschillende formaten en gewichten.
TTF is een ouder lettertypeformaat dat begin jaren tachtig door Apple werd ontwikkeld. TTF-lettertypen zijn gebaseerd op het TrueType-lettertypeformaat, dat is ontworpen om compatibel te zijn met zowel Macintosh- als Windows-computers. TTF-lettertypen kunnen minder functies bevatten dan OTF-lettertypen en kunnen niet worden gebruikt om variabele lettertypen te maken.
Hier is een tabel die de belangrijkste verschillen tussen OTF- en TTF-lettertypen samenvat:
| Kenmerk | OTF | TTF |
|---|---|---|
| Formaat | Moderne | Ouder |
| Gebaseerd op | PostScript | TrueType |
| Kenmerken | Kan meerdere glyphs, ligaturen en spatiëringparen bevatten; kan worden gebruikt om variabele lettertypen te maken | Kan minder functies bevatten dan OTF-lettertypen; kan niet worden gebruikt om variabele lettertypen te maken |
| Compatibiliteit | Compatibel met zowel Macintosh- als Windows-computers | Compatibel met zowel Macintosh- als Windows-computers |
Over het algemeen worden OTF-lettertypen als superieur beschouwd aan TTF-lettertypen. Ze bieden meer functies en zijn veelzijdiger, waardoor ze een betere keuze zijn voor professionele ontwerpers. TTF-lettertypen worden echter nog steeds veel gebruikt en krijgen vanwege compatibiliteitsredenen vaak de voorkeur. |