Stap 1:De omgeving waarnemen.
Zelfrijdende auto's gebruiken verschillende sensoren om informatie over hun omgeving te verzamelen. Deze sensoren omvatten camera's, radar, lidar en ultrasone sensoren.
Camera's visuele informatie over de weg bieden, inclusief de locatie van andere voertuigen, voetgangers en obstakels. Radar gebruikt radiogolven om de aanwezigheid en locatie van objecten te detecteren. Lidar gebruikt laserstralen om een 3D-kaart van de weg te maken. Ultrasone sensoren zenden hoogfrequente geluidsgolven uit om de aanwezigheid van objecten in de buurt te detecteren.
Stap 2:De gegevens verwerken.
De gegevens die door de sensoren worden verzameld, worden verwerkt door de computer van de auto. De computer gebruikt deze informatie om een kaart van de weg te maken en om de locatie van andere voertuigen, voetgangers en obstakels te identificeren.
Stap 3:Beslissingen nemen.
De computer van de auto gebruikt de informatie die door de sensoren wordt verzameld en door de computer wordt verwerkt om beslissingen te nemen over hoe te rijden. Deze beslissingen omvatten zaken als wanneer u moet accelereren, wanneer u moet remmen en wanneer u moet afslaan.
Stap 4:De auto besturen.
De computer van de auto stuurt opdrachten naar de actuatoren van de auto om de beweging van de auto te regelen. Deze actuatoren omvatten het gaspedaal, de remmen en het stuur.
Stap 5:Monitoren en bijsturen.
De computer van de auto houdt voortdurend de voortgang van de auto in de gaten en past indien nodig de bedieningselementen van de auto aan. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de auto op koers blijft en botsingen voorkomt.
Aanvullende technologieën.
Naast de sensoren, computers en actuatoren gebruiken zelfrijdende auto’s ook een verscheidenheid aan andere technologieën om hen te helpen veilig en efficiënt te werken. Deze technologieën omvatten:
* In kaart brengen: Auto's zonder bestuurder gebruiken kaarten om door hun omgeving te navigeren. Deze kaarten worden gemaakt met behulp van verschillende gegevensbronnen, waaronder satellietbeelden, luchtfotografie en gegevens verzameld door de sensoren van de auto.
* Netwerken: Zelfrijdende auto’s gebruiken netwerken om met elkaar en met de verkeersinfrastructuur te communiceren. Dankzij deze communicatie kunnen zelfrijdende auto's informatie delen over hun locatie, snelheid en andere factoren, wat botsingen helpt voorkomen.
* Computervisie: Auto's zonder bestuurder gebruiken computervisie-algoritmen om objecten in hun omgeving te identificeren. Met deze technologie kunnen zelfrijdende auto's zaken als verkeerslichten, stopborden en voetgangers herkennen.
* Kunstmatige intelligentie: Zelfrijdende auto’s maken gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) om beslissingen te nemen over hoe ze moeten rijden. AI-algoritmen kunnen leren van data en ervaringen, waardoor zelfrijdende auto’s hun rijvaardigheid in de loop van de tijd kunnen verbeteren.
Veiligheid.
Zelfrijdende auto's zijn nog steeds in ontwikkeling en er zijn nog enkele veiligheidsproblemen die moeten worden aangepakt voordat ze op grote schaal kunnen worden toegepast. Auto’s zonder bestuurder hebben echter het potentieel om onze wegen veiliger te maken door menselijke fouten te elimineren. Zelfrijdende auto’s kunnen ook helpen de verkeersopstoppingen en vervuiling terug te dringen door efficiënter gebruik te maken van het wegennet. |