Stap 1:Open uw afbeelding in Illustrator.
- Open Adobe Illustrator.
- Klik op "Bestand" en vervolgens op "Plaats".
- Selecteer de afbeelding die u wilt overtrekken en klik op "Openen".
Stap 2:Converteer de afbeelding naar een vectorafbeelding.
- Selecteer de afbeelding op uw tekengebied.
- Klik op de knop "Image Trace" in het controlepaneel bovenaan het venster.
- Selecteer de voorinstelling "High Fidelity Photo" en klik op "Trace".
Stap 3:Pas de traceringsinstellingen aan.
- Het dialoogvenster Afbeelding traceren wordt geopend.
- Pas de volgende instellingen aan:
- Tolerantie:dit bepaalt hoe dicht de getraceerde lijnen bij de originele afbeelding moeten liggen. Een hogere tolerantie resulteert in minder lijnen en een vloeiender spoor.
- Kleuren:dit bepaalt hoeveel kleuren er in de overgetrokken afbeelding worden gebruikt. Een hoger aantal kleuren resulteert in een gedetailleerder spoor.
- Paden:dit bepaalt hoe de getraceerde lijnen worden georganiseerd. U kunt ervoor kiezen om de lijnen als één pad of als meerdere paden te gebruiken.
- Als u tevreden bent met de instellingen, klikt u op "OK".
Stap 4:Bewerk de overgetrokken afbeelding.
- De overgetrokken afbeelding verschijnt nu op uw tekengebied.
- U kunt de gereedschappen in de werkbalk gebruiken om de afbeelding te bewerken, zoals het gereedschap Selecteren, het gereedschap Direct selecteren en het gereedschap Pen.
- U kunt ook de Pathfinder-gereedschappen gebruiken om de overgetrokken vormen te combineren tot complexere vormen.
Stap 5:Sla de getraceerde afbeelding op.
- Als u klaar bent met het bewerken van de afbeelding, klikt u op "Bestand" en vervolgens op "Opslaan".
- Selecteer een locatie voor het bestand en voer er een naam voor in.
- Kies een bestandsformaat in het vervolgkeuzemenu 'Opslaan als'.
- Klik op "Opslaan".
Uw overgetrokken afbeelding is nu opgeslagen en kan in elk ander ontwerpproject worden gebruikt. |