` door eventuele beperkingen die u op elke kolom wilt toepassen.
6. Specificeer kolomgegevenstypen en beperkingen
Hier volgen enkele veelvoorkomende gegevenstypen en beperkingen die u kunt gebruiken:
* VARCHAR(n) :Een tekenreeks met variabele lengte, waarbij 'n' de maximale lengte van de tekenreeks is.
* INT :Een 32-bits geheel getal met teken.
* BOOL :Een Booleaanse waarde (TRUE of FALSE).
* NIET NULL :Geeft aan dat een kolom geen NULL-waarden kan bevatten.
* PRIMAIR SLEUTEL :geeft aan dat een kolom de primaire sleutel van de tabel is. Een primaire sleutel is een unieke identificatie voor elke rij in een tabel.
* BUITENLANDSE SLEUTEL :geeft aan dat een kolom een externe sleutel is, die verwijst naar een primaire sleutel in een andere tabel.
7. Voer de CREATE TABLE-instructie uit
Zodra u klaar bent met het opgeven van de kolommen, gegevenstypen en beperkingen voor uw tabel, kunt u de instructie `CREATE TABLE` uitvoeren door op de Enter-toets te drukken.
8. Controleer het maken van de tabel
Om te controleren of de tabel met succes is gemaakt, typt u de volgende opdracht:
```
TOON TAFELS;
```
De uitvoer van deze opdracht moet de naam van de nieuw gemaakte tabel bevatten.