Een POST (Power-On Self-Test) is een reeks routines die door de firmware van een computer worden uitgevoerd wanneer u deze inschakelt om te verifiëren dat de belangrijkste componenten van de computer, zoals de CPU, het geheugen en de opslag, goed werken. Als de POST niet succesvol is, start de computer niet op en wordt er een foutmelding of piepcode weergegeven.
Hier zijn enkele stappen om een pc te repareren die niet kan POSTen:
1. Controleer de voeding:
Zorg ervoor dat de voeding goed is aangesloten en dat het netsnoer goed op de computer is aangesloten. Als u over een reservevoeding beschikt, probeer deze dan op uw computer aan te sluiten om te kijken of het probleem daarmee is opgelost.
2. Controleer het RAM-geheugen:
Verwijder de RAM-modules en plaats ze opnieuw in hun sleuven. Als je meer dan één RAM-module hebt, probeer dan op één na alle RAM-modules te verwijderen en kijk of de computer reageert. Als dit het geval is, voeg dan geleidelijk de andere RAM-modules één voor één toe totdat u de defecte module vindt.
3. Reset het BIOS:
Reset de BIOS-instellingen naar hun standaardwaarden. Dit kunt u doen door de CMOS-batterij een paar minuten uit uw moederbord te verwijderen of door de BIOS-resetjumper te gebruiken.
4. Update het BIOS:
Als de bovenstaande stappen niet werken, probeer dan het BIOS bij te werken. Dit kunt u doen door het nieuwste BIOS-bestand van de website van de fabrikant te downloaden en op uw computer te installeren.
5. Vervang het moederbord:
Als geen van de bovenstaande stappen werkt, is het moederbord waarschijnlijk defect en moet het worden vervangen.
6. Wis de CMOS:
Het wissen van de CMOS kan helpen bij het opnieuw instellen van de BIOS-instellingen en het oplossen van eventuele problemen waardoor de computer mogelijk niet kan POSTen. Om de CMOS te wissen, verwijdert u de CMOS-batterij een paar minuten uit het moederbord voordat u deze vervangt.
7. Plaats de CPU opnieuw:
Als de computer niet POST, is het mogelijk dat de CPU niet goed in de socket zit. Om de CPU opnieuw te plaatsen, schakelt u de computer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en laat u vervolgens voorzichtig de CPU-vergrendelingshendel los. Verwijder de CPU uit de socket en inspecteer de pinnen op eventuele schade. Maak de pinnen voorzichtig schoon met een zachte doek of een wattenstaafje.
Plaats de CPU opnieuw in de socket en zorg ervoor dat de pinnen correct zijn uitgelijnd, en plaats vervolgens de CPU-borghendel terug.
8. Controleer de CPU-ventilator:
Zorg ervoor dat de CPU-ventilator goed op het moederbord is aangesloten en vrij draait. Als de CPU-ventilator niet werkt, raakt de CPU oververhit, wat ernstige schade aan de computer kan veroorzaken.
9. Problemen met hardwareverbindingen oplossen:
Zorg ervoor dat alle hardwarecomponenten, zoals de grafische kaart, de harde schijf en eventuele randapparatuur, correct op het moederbord zijn aangesloten en goed in hun sleuven zijn bevestigd.
Als u het probleem niet zelf kunt oplossen, kunt u het beste uw computer naar een gekwalificeerde computertechnicus brengen. |