Virussen die periodiek hun code veranderen om detectie te voorkomen, worden polymorfe virussen genoemd .
Hier is een uitsplitsing:
* polymorfe betekent "vele vormen hebben". In de context van virussen betekent dit dat ze hun eigen code constant kunnen wijzigen terwijl ze nog steeds functioneel blijven.
* virussen zijn kleine programma's die zichzelf kunnen repliceren en zich van computer naar computer kunnen verspreiden.
* Detectie Verwijst naar het vermogen van antivirussoftware om een virus te identificeren en te neutraliseren.
Hoe polymorfe virussen werken:
1. mutatie: Ze gebruiken algoritmen om hun eigen code te wijzigen, waardoor het anders lijken telkens wanneer ze een nieuw systeem infecteren.
2. codering: Ze kunnen hun code coderen, waardoor het voor antivirussoftware nog moeilijker is om te herkennen.
3. Code Obfuscation: Ze kunnen technieken gebruiken om hun code moeilijk te begrijpen en te analyseren te maken.
De uitdaging voor antivirussoftware:
Polymorfe virussen vormen een belangrijke uitdaging voor antivirussoftware omdat:
* Ze veranderen voortdurend, waardoor het moeilijk is voor op kenmerken gebaseerde detectiemethoden (die afhankelijk zijn van het identificeren van bekende viruspatronen) om effectief te zijn.
* Ze kunnen moeilijk zijn om te analyseren en reverse-engineer te analyseren, waardoor het een uitdaging is om verdedigingen tegen hen te ontwikkelen.
Opmerking: Andere soorten virussen gebruiken ook verschillende methoden om detectie te ontwijken, zoals stealth -virussen, macro -virussen en bootsectorvirussen. De term "polymorfe" verwijst echter specifiek naar virussen die hun code op een systematische manier veranderen. |