Om Google Analytics lokaal te hosten in WordPress, moet u een lokale serveromgeving opzetten en de benodigde software en plug-ins installeren.
Hier is een stapsgewijze handleiding:
1. Zet een lokale serveromgeving op.
Hiervoor kunt u tools als XAMPP, MAMP of Docker gebruiken. Met deze tools kunt u een lokale webserveromgeving op uw computer creëren.
2. Installeer WordPress lokaal.
Volg de instructies van uw lokale serversoftware om WordPress op uw computer te installeren.
3. Schakel het bijhouden van lokale analyses in.
Installeer de plug-in "Insert Headers and Footers" op uw lokale WordPress-site. Met deze plug-in kunt u aangepaste code toevoegen aan de kop- en voettekst van uw site.
4. Voeg de trackingcode van Google Analytics toe.
Open de instellingen voor de plug-in Kop- en voetteksten invoegen en plak de trackingcode van Google Analytics in het gedeelte 'Scripts in voettekst'. U vindt de trackingcode in uw Google Analytics-account.
5. Configureer de plug-in.
- Schakel het selectievakje "Kop- en voetteksten invoegen" in.
- Stel de "Voorwaarde" in op "Alle pagina's".
- Sla de wijzigingen op.
6. Bezoek uw lokale WordPress-site.
Open een browser en bezoek uw lokale WordPress-site (http://localhost/[uw-site-url]).
7. Controleer de netwerkverzoeken.
Open de ontwikkelaarstools van de browser (F12) en ga naar het tabblad "Netwerk". Laad de pagina opnieuw en controleer of er een verzoek is gericht aan `https://www.google-analytics.com/collect`.
Als u het verzoek aan Google Analytics ziet, is uw lokale analytische tracking correct ingesteld. U kunt nu uw lokale WordPress-site gebruiken om het bijhouden van analyses te testen en te debuggen voordat u uw wijzigingen naar een live site pusht.
Houd er rekening mee dat deze opstelling alleen voor ontwikkelings- en testdoeleinden is. Gebruik deze opstelling niet op een openbaar toegankelijke website, aangezien deze niet dezelfde beveiligings- en privacyfuncties biedt als de officiële trackingcode van Google. |