| In een besturingssysteem (OS) vertegenwoordigen de systeemweergave en de gebruikersweergave verschillende perspectieven en toegangsniveaus tot de bronnen en functionaliteiten van het systeem.
Systeemweergave (kernelweergave/bevoorrechte modus):
* Toegang: Deze weergave biedt volledige en onbeperkte toegang tot alle hardware- en softwarebronnen van het computersysteem. Het kan elke bewerking uitvoeren, inclusief toegang tot geheugen, het manipuleren van bestandssystemen, het beheren van processen en directe interactie met hardwareapparaten.
* Functionaliteit: Dit is waar de kernfunctionaliteiten van het besturingssysteem zich bevinden. De kernel, apparaatstuurprogramma's en systeemservices werken binnen de systeemweergave. Het is verantwoordelijk voor het plannen van processen, het beheren van geheugen, het afhandelen van interrupts en het afdwingen van beveiligingsbeleid op het laagste niveau.
* Rechten: De systeemweergave werkt in de *kernelmodus* of *privilegedmodus*, waardoor het instructies kan uitvoeren en toegang kan krijgen tot bronnen die verboden zijn voor processen op gebruikersniveau.
* Voorbeeldbewerkingen: Geheugen toewijzen, nieuwe processen creëren, gegevens rechtstreeks naar een hardwareapparaat verzenden, systeeminstellingen wijzigen.
Gebruikersweergave (Gebruikersmodus):
* Toegang: Deze weergave biedt een beperkte en gecontroleerde toegang tot de systeembronnen. Gebruikers communiceren met het besturingssysteem via applicaties en opdrachtregelinterfaces, die opereren in een sandbox-omgeving. Ze hebben geen directe toegang tot hardware of kunnen geen bewerkingen op laag niveau uitvoeren.
* Functionaliteit: Processen op gebruikersniveau worden uitgevoerd binnen de gebruikersweergave. Deze processen omvatten toepassingen zoals webbrowsers, teksteditors, games en andere software. Ze communiceren met het besturingssysteem via systeemaanroepen en vragen om specifieke services van de kernel.
* Rechten: De gebruikersweergave werkt in de *gebruikersmodus*, die beperkte toegang heeft om het systeem te beschermen tegen kwaadwillige of foutieve gebruikersacties. Elke gebruiker heeft doorgaans verschillende rechtenniveaus, afhankelijk van zijn accounts en machtigingen.
* Voorbeeldbewerkingen: Een programma uitvoeren, een bestand aanmaken, een netwerkverbinding openen, gegevens op het scherm weergeven.
De relatie:
De systeemweergave en de gebruikersweergave zijn nauw verwant en onderling afhankelijk. De gebruikersweergave is afhankelijk van de systeemweergave om de services en bronnen te bieden die nodig zijn om applicaties te laten functioneren. De systeemweergave reageert op zijn beurt op verzoeken van de gebruikersweergave via systeemaanroepen. Deze scheiding van privileges is cruciaal voor de veiligheid en stabiliteit van het systeem. De kernel (systeemweergave) bemiddelt alle interacties tussen gebruikersprocessen en hardware, zodat geen enkel proces het hele systeem in gevaar kan brengen. |