Het inschakelen van Gebruikersaccountbeheer (UAC) in Windows-systemen is van cruciaal belang voor het verbeteren van de beveiliging van uw computer. UAC helpt ongeautoriseerde wijzigingen aan het systeem te voorkomen en beschermt tegen mogelijk schadelijke acties door om toestemming te vragen voordat belangrijke wijzigingen worden aangebracht. Zo schakelt u UAC in Windows in:
1. Druk op "Windows-toets + R"
Druk tegelijkertijd op de "Windows"-toets en "R" op uw toetsenbord om het dialoogvenster "Uitvoeren" te openen.
2. Typ 'UserAccountControlSettings'
Typ in het dialoogvenster "Uitvoeren" "UserAccountControlSettings" en klik op "OK" of druk op "Enter" op uw toetsenbord.
3. Open Instellingen voor Gebruikersaccountbeheer
Het venster "Instellingen Gebruikersaccountbeheer" wordt geopend. Hier kunt u UAC-instellingen aanpassen.
4. Schakel UAC in door de schuifregelaar aan te passen
Verplaats de schuifregelaar naar boven om het UAC-niveau te verhogen. Voor maximale bescherming selecteert u 'Altijd een melding'. Op dit niveau moet u alle wijzigingen aan het systeem bevestigen, inclusief de installatie van nieuwe programma's of wijzigingen in de systeeminstellingen.
5. Klik op "OK" om te bevestigen
Nadat u de schuifregelaar op het gewenste niveau heeft ingesteld, klikt u op "OK" om de wijzigingen te bevestigen en de instellingen op te slaan.
6. Start de computer opnieuw op
Start uw computer opnieuw op om ervoor te zorgen dat de UAC-instellingen correct van kracht worden.
Als UAC is ingeschakeld, verschijnt er telkens wanneer u wijzigingen aanbrengt waarvoor beheerdersrechten nodig zijn, een prompt voor Gebruikersaccountbeheer waarin om uw bevestiging wordt gevraagd voordat u doorgaat. Deze extra beveiligingsmaatregel helpt uw systeem te beschermen tegen ongeoorloofde wijzigingen en potentiële bedreigingen. |