1. Download het stuurprogrammapakket.

- Bezoek de website van de fabrikant en download het nieuwste stuurprogrammapakket voor uw apparaat.

- Zorg ervoor dat u het juiste stuurprogrammapakket downloadt voor uw besturingssysteem en architectuur (32-bit of 64-bit).

2. Extraheer de stuurprogrammabestanden.

- Klik met de rechtermuisknop op het gedownloade stuurprogrammapakket en selecteer 'Alles uitpakken'.

- Pak de bestanden uit naar een map op uw computer.

3. Open Apparaatbeheer.

- Druk op Windows-toets + R om het dialoogvenster Uitvoeren te openen.

- Typ "devmgmt.msc" en druk op Enter .

4. Zoek het apparaat.

- Vouw de apparaatcategorie uit die het apparaat bevat waarvoor u het stuurprogramma vooraf wilt installeren.

- Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer 'Eigenschappen'.

5. Werk het stuurprogramma bij.

- Klik op het tabblad "Stuurprogramma".

- Klik op de knop "Stuurprogramma bijwerken".

6. Zoek naar het stuurprogramma.

- Selecteer de optie "Op mijn computer zoeken naar stuurprogramma's."

- Navigeer naar de map waarin u de stuurprogrammabestanden hebt uitgepakt.

- Selecteer het stuurprogrammabestand (.inf-bestand) en klik op "Volgende".

7. Installeer het stuurprogramma.

- Volg de instructies op het scherm om het stuurprogramma te installeren.

8. Herhaal dit voor andere apparaten.

- Als u meerdere apparaten heeft waarvoor u stuurprogramma's vooraf wilt installeren, herhaalt u stap 4-7 voor elk apparaat.

Nadat u de stuurprogramma's vooraf hebt geïnstalleerd, zijn ze beschikbaar in de Windows Driver Store en worden ze automatisch geïnstalleerd wanneer u het overeenkomstige apparaat op uw computer aansluit.