| In Linux is een pipe een mechanisme voor communicatie tussen processen (IPC). Hiermee kan de output van het ene proces rechtstreeks worden verbonden met de input van een ander proces, waardoor een unidirectionele datastroom ontstaat. Zie het als een virtueel kanaal dat gegevens tussen programma's transporteert zonder de noodzaak van tussenbestanden of complexe gedeelde geheugentechnieken.
Hier is een overzicht:
* Mechanisme: Een pipe is in wezen een bestandsdescriptor die als buffer fungeert. Het schrijfproces schrijft gegevens naar deze buffer en het leesproces leest er gegevens uit. De kernel beheert de buffering en synchronisatie tussen de processen.
* Eenrichtingsverkeer: Gegevens stromen slechts in één richting:van het schrijfproces (producent) naar het leesproces (consument).
* Syntaxis: Pipes worden gemaakt met behulp van het pipe-symbool `|` in de shell (bijvoorbeeld Bash, Zsh). Dit symbool scheidt commando's en verbindt de standaarduitvoer (stdout) van het commando aan de linkerkant met de standaardinvoer (stdin) van het commando aan de rechterkant.
* Voorbeeld:
Het commando `ls -l | grep "txt"` demonstreert een pijp.
* `ls -l` geeft bestanden en mappen in lang formaat weer. De uitvoer ervan (een lijst met bestandsnamen en details) wordt naar de pipe verzonden.
* `grep "txt"` zoekt naar regels die "txt" bevatten. Het ontvangt zijn invoer van de pipe (de uitvoer van `ls -l`). De uitvoer van `grep "txt"` zal alleen de bestanden met de extensie ".txt" tonen.
* Typen: Er zijn twee hoofdtypen:
* Anonieme pijpen (naamloze pijpen): Gemaakt met behulp van de `|` operator in de shell. Ze bestaan alleen voor de duur van de opdrachtpijplijn.
* Named Pipes (FIFO's): Gemaakt met behulp van de opdracht `mkfifo`. Deze leidingen blijven bestaan, zelfs nadat het creatieproces is beëindigd, waardoor meerdere processen asynchroon kunnen communiceren. Ze hebben een naam in het bestandssysteem.
* Voordelen:
* Efficiëntie: Gegevens worden rechtstreeks tussen processen overgedragen, waardoor de overhead van het maken en lezen van tijdelijke bestanden wordt vermeden.
* Eenvoud: Gemakkelijk te gebruiken binnen shell-opdrachten.
* Flexibiliteit: Maakt het mogelijk om meerdere opdrachten aan elkaar te koppelen voor complexe workflows voor gegevensverwerking.
* Beperkingen:
* Eenrichtingsverkeer: Gegevens stromen slechts in één richting. Voor bidirectionele communicatie zijn andere IPC-mechanismen nodig (bijvoorbeeld sockets).
* Blokkeren: Als het schrijfproces sneller gegevens produceert dan het leesproces deze verbruikt, kan het schrijfproces blokkeren (wachten) totdat de buffer voldoende ruimte heeft. Op dezelfde manier kan het leesproces blokkeren als de buffer leeg is.
Samenvattend zijn pipelines een fundamenteel en krachtig hulpmiddel in Linux voor het creëren van efficiënte en beknopte pijplijnen voor gegevensverwerking door de uitvoer van het ene programma naadloos te verbinden met de invoer van een ander programma. |