| In Linux is een superuser een gebruikersaccount met bevoorrechte toegang tot het hele systeem. Dit betekent dat een superuser zonder beperkingen elke actie op het systeem kan uitvoeren, inclusief acties die gewone gebruikers niet kunnen uitvoeren, zoals:
* Software installeren en verwijderen: Gewone gebruikers hebben doorgaans beheerdersrechten nodig om systeembestanden te wijzigen.
* Systeembestanden aanpassen: Superusers kunnen bestanden in elke map wijzigen, zelfs bestanden die beschermd zijn tegen wijziging door gewone gebruikers.
* Gebruikers en groepen beheren: Gebruikersaccounts en groepen aanmaken, verwijderen en wijzigen.
* Het systeem afsluiten of opnieuw opstarten: Alleen superusers hebben doorgaans de bevoegdheid om deze acties uit te voeren.
* Toegang tot gevoelige systeeminformatie: Logboeken, kernelgegevens en andere beschermde systeeminformatie bekijken.
Het meest voorkomende superuser-account in Linux is root . Het root-account heeft absolute macht en zijn acties zijn niet onderworpen aan enige toegangscontrolebeperkingen. Vanwege de enorme kracht en de kans op schade wordt het over het algemeen afgeraden om rechtstreeks als root in te loggen. In plaats daarvan is het het beste om de opdracht `sudo` (superuser do) te gebruiken om opdrachten met rootrechten uit te voeren als een gewone gebruiker. Dit beperkt het risico dat gepaard gaat met onbedoelde of kwaadwillige acties.
In wezen is de superuser de ultieme beheerder van een Linux-systeem. Hun capaciteiten zijn essentieel voor systeemonderhoud en -beheer, maar vormen ook een aanzienlijk veiligheidsrisico als ze in gevaar komen. |