| Het aantal shells dat gelijktijdig in Linux kan worden uitgevoerd, wordt niet beperkt door een vast nummer zoals een maximale procestelling. In plaats daarvan wordt het beperkt door beschikbare systeembronnen:
* geheugen (RAM): Elk shell -proces verbruikt geheugen. Als u probeert zoveel schelpen te openen dat het systeem zonder RAM oploopt, zullen de prestaties ernstig afbreken en kan het systeem niet reageren of crashen. Ruilen naar schijf zal de dingen dramatisch vertragen.
* CPU: Shells, hoewel relatief licht, vereisen nog steeds CPU -tijd om te draaien. Te veel schelpen zullen leiden tot CPU -stelling en vertragingen.
* Bestandsdescriptors: Elke shell en de processen die het uitvoert, kunnen bestandsdescriptoren gebruiken. Er is een limiet aan hoeveel bestandsdescriptors een systeem en een gebruiker tegelijkertijd kan openen. Het overschrijden van deze limiet zal leiden tot fouten. Deze limiet is configureerbaar (`ulimit -n`).
* Systeemconfiguratie: Systeembeheerders kunnen limieten instellen voor het aantal processen dat een enkele gebruiker kan hebben.
Kortom, u kunt tegelijkertijd veel schelpen uitvoeren, maar de praktische limiet wordt bepaald door de bronnen van uw systeem en de configuratie ervan, geen hard gecodeerd nummer. Je gaat lang voordat je een theoretische limiet op het aantal shells raakt. |