| Er zijn verschillende manieren om uw Ubuntu-systeem af te sluiten: 
  
 1. Met behulp van de grafische interface (GUI):  
  
 * Klik op het aan/uit-pictogram: Deze vind je meestal in de rechterbovenhoek van je scherm. Er verschijnt een menu met opties om uit te loggen, op te schorten, opnieuw op te starten en af te sluiten. Selecteer "Afsluiten".  
  
 2. Via de opdrachtregel (terminal):  
  
 Open een terminal (meestal door op Ctrl+Alt+T te drukken) en gebruik een van de volgende opdrachten: 
  
 * `sudo shutdown -h now` Dit is de meest voorkomende en aanbevolen opdracht. `sudo` vereist beheerdersrechten, `-h` specificeert een stop (shutdown) en `now` geeft onmiddellijke afsluiting aan.  
  
 * `sudo shutdown -h +` Hiermee kunt u een shutdown plannen. Vervang `` door het aantal minuten totdat u wilt dat het systeem wordt afgesloten. 'sudo shutdown -h +10' wordt bijvoorbeeld binnen 10 minuten afgesloten. 
  
 * `sudo reboot` Met deze opdracht wordt het systeem opnieuw opgestart in plaats van afgesloten.  
  
  
 Belangrijke overwegingen:  
  
 * Niet-opgeslagen werk: Voordat u afsluit, moet u altijd niet-opgeslagen werk in uw toepassingen opslaan.  
 * Lopende processen: Het `shutdown` commando zal proberen lopende processen netjes af te sluiten, maar het is een goede gewoonte om alle toepassingen die u actief gebruikt af te sluiten.  
 * sudo: Voor de opdracht `sudo` zijn beheerdersrechten vereist. Waarschijnlijk wordt u om uw wachtwoord gevraagd.  
  
 De GUI-methode is over het algemeen eenvoudiger voor beginners, terwijl de opdrachtregelmethoden meer controle en flexibiliteit bieden voor ervaren gebruikers. Beide methoden zullen uw Ubuntu-systeem effectief afsluiten. |