| Mac OS X had niet in alle versies één consistente bijnaam, maar elke grote uitgave had *intern* bij Apple een codenaam. Deze codenamen lekten soms uit en werden informeel gebruikt, maar waren nooit officiële marketingbijnamen zoals 'Cheetah' of 'Puma'.
De belangrijkste releases en hun interne codenamen (die soms als onofficiële bijnamen worden beschouwd) zijn:
* Cheetah (10.0): "Cheetah" was de gebruikelijke bijnaam, hoewel deze niet officieel door Apple werd gebruikt.
* Poema (10.1): Net als Cheetah werd "Puma" veel gebruikt als een onofficiële bijnaam.
* Jaguar (10.2): Nogmaals, veel gebruikt als een onofficiële bijnaam.
* Panter (10.3): Ook veel gebruikt als een onofficiële bijnaam.
* Tijger (10.4): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Luipaard (10.5): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Sneeuwluipaard (10.6): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Leeuw (10.7): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Bergleeuw (10.8): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Mavericks (10.9): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Yosemite (10.10): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* El Capitan (10.11): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Sierra (10.12): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Hoge Sierra (10.13): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Mojave (10.14): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Catalina (10.15): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Big Sur (11.0): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Monterey (12.0): Vergelijkbaar met de vorige releases.
* Ventura (13.0): Vergelijkbaar met de vorige releases.
Het is belangrijk om te benadrukken dat hoewel deze codenamen populair werden en vaak bijnamen worden genoemd, Apple ze nooit officieel als zodanig op de markt heeft gebracht. Ze gebruikten het versienummer (bijvoorbeeld OS X 10.4) als primaire identificatie. |