| Je voert de opdracht `ping` uit op een MacBook Air (of een ander macOS-systeem), net zoals je zou doen op een Linux- of ander Unix-achtig systeem. Open uw Terminal-applicatie (te vinden in /Applications/Utilities/) en typ de opdracht gevolgd door het IP-adres of de hostnaam die u wilt pingen.
Bijvoorbeeld:
* Om de openbare DNS-server van Google te pingen: `ping 8.8.8.8`
* Google.com pingen: `ping google.com`
* Een specifiek IP-adres pingen: `ping 192.168.1.1` (vervangen door uw werkelijke IP-adres)
Nadat u de opdracht hebt getypt en op Enter hebt gedrukt, geeft de terminal de resultaten weer, met zaken als pakketverlies, retourtijd (latentie) en time-to-live (TTL).
Om de ping te stoppen, drukt u op `Ctrl + C`. |