| Typen op een Mac-toetsenbord:
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de letter C om te kopiëren.
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de letter V om te plakken.
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de letter X om te knippen.
- Gebruik de Shift-toets om het volgende teken met een hoofdletter te schrijven.
- Gebruik de Option-toets (⌥) om letters met accenten te maken.
- Gebruik de Control-toets (⌃) om dezelfde functies uit te voeren als met de rechtermuisknop op een muis.
- Gebruik de Escape-toets (Esc) om acties te annuleren.
- Gebruik de Functietoets (Fn) in combinatie met andere toetsen om specifieke functies uit te voeren.
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de linker- of rechterpijltoets om de cursor respectievelijk naar het begin of het einde van de regel te verplaatsen.
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de pijl-omhoog of pijl-omlaag om omhoog of omlaag door een document of webpagina te bladeren.
- Gebruik de Command-toets (⌘) in combinatie met de spatiebalk om Spotlight, de zoekfunctie op uw Mac, te openen.
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de Tab-toets om tussen applicaties of vensters te schakelen.
- Gebruik de Command-toets (⌘) met de cijfers 1 tot en met 9 om te schakelen tussen geopende applicaties of vensters. |
