Wanneer u Linux op uw Mac installeert, neemt deze niet automatisch het volledige besturingssysteem over. In plaats daarvan heb je de mogelijkheid om je Mac dual-boot te gebruiken, wat betekent dat je ervoor kunt kiezen om op te starten in macOS of Linux wanneer je je computer opstart.
Als u uw harde schijf niet wilt partitioneren, kunt u een virtuele machine gebruiken om Linux te installeren. Een virtuele machine is een softwareomgeving waarmee u een ander besturingssysteem binnen uw bestaande besturingssysteem kunt gebruiken. Op deze manier kun je Linux draaien zonder dat je permanente wijzigingen aan je harde schijf hoeft aan te brengen.
Hier zijn de stappen om Linux op uw Mac te installeren met behulp van een virtuele machine:
1. Download en installeer een virtuele-machinetoepassing, zoals VirtualBox of VMware Fusion.
2. Download de Linux-distributie van uw keuze.
3. Open de virtuele machine-applicatie en maak een nieuwe virtuele machine.
4. Selecteer de Linux-distributie die u hebt gedownload als gastbesturingssysteem.
5. Wijs RAM en opslagruimte toe voor de virtuele machine.
6. Start de virtuele machine en volg de instructies op het scherm om Linux te installeren.
Zodra Linux is geïnstalleerd, kun je ermee opstarten door het te selecteren in het opstartmenu wanneer je je Mac opstart. U kunt ook op elk gewenst moment schakelen tussen macOS en Linux met behulp van de virtuele machine-applicatie. |