In eerste instantie werd een besturingssysteem (OS) gemaakt om computerhardwarebronnen zoals geheugen, schijfstations en randapparatuur zoals printers en toetsenborden te beheren. Het is ontworpen om een abstractielaag te bieden tussen de hardware en de software, waardoor het voor programmeurs gemakkelijker wordt om applicaties te ontwikkelen zonder zich zorgen te hoeven maken over de onderliggende hardwaredetails.
De ontwikkeling van een besturingssysteem was om verschillende redenen cruciaal:
Bronnenbeheer: Vóór besturingssystemen was het beheren van hardwarebronnen een complexe taak die directe interactie met de hardware vereiste. Het besturingssysteem vereenvoudigde dit proces door abstracties te bieden voor de toegang tot en het beheer van bronnen, zoals geheugentoewijzing en -planning, bestandsbeheer en apparaatstuurprogramma's.
Verbeterde efficiëntie :Door het resourcebeheer te centraliseren, kan het besturingssysteem bronnen efficiënter toewijzen en plannen, waardoor de systeemprestaties en doorvoer worden geoptimaliseerd. Hierdoor konden meerdere programma's gelijktijdig worden uitgevoerd, waarbij de beschikbare bronnen werden gedeeld zonder elkaar te hinderen.
Multitasken en multiprocessing :besturingssystemen maakten het mogelijk om meerdere programma's of taken tegelijkertijd uit te voeren, waardoor multitasking mogelijk werd. Bovendien maakten besturingssystemen multiprocessing mogelijk, waardoor meerdere processors binnen een computersysteem gelijktijdig konden werken, waardoor de efficiëntie verder werd verbeterd.
Standaardisatie :De opkomst van standaardbesturingssystemen, zoals Microsoft Windows, macOS en Linux, vergemakkelijkte de ontwikkeling van applicaties door consistente interfaces en programmeeromgevingen te bieden. Door deze standaardisatie kon software eenvoudig over verschillende hardwareplatforms worden geport.
Gebruikersinterface :Het besturingssysteem bood een consistente gebruikersinterface, waardoor het voor gebruikers gemakkelijker werd om met de computer te communiceren en toegang te krijgen tot de bronnen. Dit omvatte de ontwikkeling van grafische gebruikersinterfaces (GUI's), die opdrachtregelinterfaces (CLI's) vervingen en computers gebruiksvriendelijker maakten.
Netwerken :besturingssystemen faciliteerden netwerkmogelijkheden, waardoor computers via netwerken met elkaar konden communiceren. Dit leidde tot de ontwikkeling van gedistribueerde computer- en netwerktoepassingen.
Beveiliging :besturingssystemen bevatten beveiligingsfuncties om het systeem en de gebruikersgegevens te beschermen tegen ongeoorloofde toegang, virussen en malware.
**Over het geheel genomen heeft de ontwikkeling van besturingssystemen een revolutie teweeggebracht in de manier waarop computers worden gebruikt en de softwareontwikkeling vereenvoudigd door hardwarebronnen te beheren, een gebruikersinterface te bieden, multitasking en netwerken mogelijk te maken en de veiligheid te garanderen. |