Hoewel het in de begindagen van de Linux-distributie mogelijk was om Linux te installeren met behulp van diskettes, is het niet langer een gebruikelijke of praktische methode. Floppy disks hebben een zeer beperkte opslagcapaciteit, doorgaans 1,44 MB, wat onvoldoende is voor de meeste moderne Linux-distributies. Bovendien zijn diskettes relatief traag en onbetrouwbaar in vergelijking met moderne opslagapparaten zoals USB-drives of dvd's.
De meeste Linux-distributies van tegenwoordig kunnen eenvoudig worden geïnstalleerd met behulp van opstartbare USB-drives of dvd's, die veel grotere opslagcapaciteiten en snellere gegevensoverdrachtsnelheden bieden. Sommige distributies bieden ook netwerkinstallatieopties, waardoor gebruikers Linux via een netwerkverbinding kunnen installeren. |