` is het absolute pad naar de map of het bestand dat u wilt controleren.
3. Als u bijvoorbeeld de map `/etc` wilt controleren op wijzigingen en alle pogingen wilt registreren om bestanden in die map te wijzigen, verwijderen of aan te maken, gebruikt u de volgende opdracht:
```
auditctl -w /etc -p wa
```
4. Zodra de regel met succes is aangemaakt, kunt u deze verifiëren met behulp van de volgende opdracht:
```
auditctl -l
```
5. Met deze opdracht worden alle actieve auditregels weergegeven, inclusief degene die u zojuist hebt gemaakt.
6. U kunt auditregels ook wijzigen of verwijderen met het commando `auditctl` met de opties `-e` en `-d`.
Door auditbestandssysteemregels te definiëren en te beheren, kunt u ervoor zorgen dat uw systeem de gebeurtenissen registreert die voor u het belangrijkst zijn en dat de door het systeem gegenereerde auditlogboeken nauwkeurig en volledig zijn. Deze informatie kan van onschatbare waarde zijn in het geval van een beveiligingsincident of compliance-audit.