Er zijn verschillende manieren om de uitvoer van een Linux Bash-shellscript te onderdrukken. Hier zijn vier methoden:
Methode 1:gebruik de `> /dev/null` omleidingsoperator
Het `/dev/null` device is een speciaal bestand in Linux dat alle gegevens die ernaar zijn geschreven verwijdert. Je kunt de uitvoer van je shellscript omleiden naar `/dev/null` om het te onderdrukken, zoals dit:
```
./mijn_script.sh> /dev/null
```
Methode 2:gebruik de omleidingsoperator `&>/dev/null`
De omleidingsoperator `&> /dev/null` is vergelijkbaar met de operator `> /dev/null`, maar leidt ook de standaardfout (STDERR) om naar `/dev/null`. Dit is handig als uw shellscript foutmeldingen genereert.
```
./mijn_script.sh &> /dev/null
```
Methode 3:gebruik de `>/dev/null 2>&1` omleidingsoperator
De `>/dev/null 2>&1` omleidingsoperator is een andere manier om zowel de standaarduitvoer (STDOUT) als de standaardfout (STDERR) om te leiden naar `/dev/null`. Dit komt overeen met het gebruik van de operator `&> /dev/null`.
```
./mijn_script.sh>/dev/null 2>&1
```
Methode 4:Gebruik de `-s` optie voor het `sh` commando
De `-s` optie bij het `sh` commando vertelt de shell om commando's te lezen van standaardinvoer (STDIN) in plaats van uit een bestand. Je kunt deze optie gebruiken om de uitvoer van je shellscript te onderdrukken door de uitvoer ervan naar de `-s` optie van het `sh` commando te leiden, zoals dit:
```
./mijn_script.sh | sh-s
```
Conclusie
Dit zijn vier methoden om de uitvoer van een Linux Bash-shellscript te onderdrukken. Kies de methode die het beste bij uw behoeften past. |