| Cisco IOS heeft verschillende modi, die elk verschillende niveaus van toegang en functionaliteit bieden. Ze zijn hiërarchisch, wat betekent dat je er in een specifieke volgorde tussen kunt bewegen. Dit zijn de belangrijkste modi:
* Gebruiker EXEC-modus: Dit is de initiële modus wanneer u inlogt. Het is de meest beperkende modus en biedt beperkte opdrachten, voornamelijk voor het bekijken van systeeminformatie (zoals `show`-opdrachten). In deze modus kunt u het apparaat niet configureren. De prompt ziet er doorgaans uit als `>` of `Gebruiker#`.
* Bevoorrechte EXEC-modus: Deze modus, ook wel 'enable-modus' genoemd, biedt uitgebreidere toegang dan de User EXEC-modus. Hiermee kunt u configuratieopdrachten uitvoeren (maar deze niet permanent opslaan) en meer gedetailleerde systeeminformatie bekijken. U krijgt toegang tot deze modus met behulp van het `enable`-commando. De prompt is meestal `#`.
* Algemene configuratiemodus: Dit is waar het grootste deel van de configuratie van het apparaat plaatsvindt. U activeert deze modus vanuit de Privileged EXEC-modus met behulp van de opdracht `terminal configureren`. Commando's hier hebben invloed op het hele apparaat. De prompt is doorgaans `(config) #`.
* Interfaceconfiguratiemodus: Deze modus is toegankelijk vanuit de Global Configuration-modus met behulp van de opdracht `interface ` (bijvoorbeeld `interface GigabitEthernet0/0`). Hiermee kunt u specifieke interfaces op de router of switch configureren, zoals IP-adressen, subnetten en andere interfacespecifieke instellingen. De prompt ziet er doorgaans uit als `(config-if) #`.
* Lijnconfiguratiemodus: Deze modus is toegankelijk vanuit de Global Configuration-modus met behulp van opdrachten als `line console 0`, `line vty 0 4` of `line aux 0`. Hiermee kunnen verschillende terminallijnen (console, virtuele terminals (vty), hulplijnen) worden geconfigureerd voor toegang, beveiliging en andere instellingen. De prompt is doorgaans `(config-line) #`.
* Andere configuratiemodi: Naast het bovenstaande zijn er verschillende andere contextspecifieke configuratiemodi. Voorbeelden zijn onder meer:
* VLAN-configuratiemodus: VLAN's configureren.
* Routerconfiguratiemodus: Routeringsprotocollen configureren.
* IP-routeringsconfiguratiemodus: IP-routeringsfuncties configureren.
* Configuratiemodus toegangslijst: Toegangscontrolelijsten configureren.
Navigeren tussen deze modi is essentieel voor het configureren van een Cisco-apparaat. Met het `exit`-commando gaat u één niveau omhoog in de hiërarchie, waardoor u terugkeert naar de vorige modus. Als u bijvoorbeeld de interfaceconfiguratiemodus afsluit, keert u terug naar de algemene configuratiemodus. Als u de Global Configuration-modus verlaat, gaat u naar de Privileged EXEC-modus, enzovoort. |