| Het is onmogelijk om de ‘minst belangrijke’ uitvinding op het gebied van de informatica aan te wijzen, omdat de ontwikkeling van het vakgebied een complex web van onderling verbonden innovaties is. Veel ogenschijnlijk kleine uitvindingen waren cruciale springplanken voor grotere doorbraken.
Sommige uitvindingen die echter als relatief minder impactvol *in termen van hun algehele blijvende invloed* kunnen worden beschouwd in vergelijking met de CPU, het geheugen of het internet, zijn onder meer:
* Specifieke vroege invoer-/uitvoerapparaten: Hoewel toetsenborden en muizen nu essentieel zijn, vormden vroege, minder ergonomische of minder efficiënte versies de opstap naar wat we vandaag de dag gebruiken. Hun specifieke ontwerpkeuzes hadden mogelijk minder impact op het grote geheel dan de onderliggende principes van input en output.
* Bepaalde vroege programmeertalen: Er zijn veel programmeertalen gekomen en gegaan. Hoewel ze destijds invloedrijk waren, hadden sommige een beperkte impact op de bredere evolutie van programmeerparadigma's vergeleken met talen als C, Java of Python.
* Specifieke vroege besturingssysteemfuncties: Vroege besturingssystemen hadden functies die nu grotendeels achterhaald zijn. Sommige vroege technieken voor geheugenbeheer werden bijvoorbeeld vervangen door superieure methoden.
Het is van cruciaal belang om te onthouden dat zelfs deze ogenschijnlijk kleine uitvindingen een rol speelden. Vooruitgang is iteratief. Wat achteraf gezien onbeduidend lijkt, was in zijn context waarschijnlijk van vitaal belang. Het ‘minst belangrijke’ is eigenlijk een kwestie van perspectief en een potentieel misleidende vraag. |