Informatie die een computer verlaat, kan op verschillende manieren worden gecategoriseerd:
door uitvoermethode:
* Display: Informatie op het scherm, zoals tekst, afbeeldingen en video's.
* afdrukken: Informatie op papier afgedrukt, zoals documenten en foto's.
* audio: Geluidsuitvoer, zoals muziek-, spraak- of systeemwaarschuwingen.
* Netwerk: Gegevens verzonden via een netwerk, zoals e -mails, bestanden of webverkeer.
* opslag: Gegevens opgeslagen op externe apparaten, zoals harde schijven, USB -schijven of cloudopslag.
per type:
* gegevens: Ruwe feiten en cijfers, zoals getallen, tekst, afbeeldingen.
* instructies: Opdrachten die de computer vertellen wat te doen, zoals softwareprogramma's of gebruikersinvoer.
* Resultaten: Resultaten van berekeningen of processen, zoals een rapport of een oplossing voor een probleem.
door doel:
* Communicatie: Informatie delen met andere gebruikers of apparaten, zoals het verzenden van e -mails of het uploaden van bestanden.
* presentatie: Informatie tonen aan gebruikers, zoals het weergeven van een website of het afspelen van een video.
* Controle: Opdrachten naar andere apparaten verzenden, zoals het afdrukken van een document of het besturen van een robot.
* back -up: Een kopie van gegevens opslaan voor beveiligingsdoeleinden, zoals het opslaan van bestanden op een externe schijf.
Voorbeelden:
* Een document dat u opslaat op een USB -schijf.
* Een e -mail die u naar een vriend stuurt.
* Een website die u bezoekt.
* Een nummer dat je op je telefoon streamt.
* Een foto die u op uw computer afdrukt.
* Een bericht dat u naar een smart home -apparaat verzendt.
Uiteindelijk hangt een computer af van de specifieke taak die wordt uitgevoerd en de bedoelingen van de gebruiker. |