De drie belangrijkste componenten van een computer zijn de processor, het geheugen en de opslag.

* Processor (CPU) :De processor, ook wel de centrale verwerkingseenheid genoemd, is het brein van de computer. Het bestuurt alle andere componenten en voert alle berekeningen uit die nodig zijn om programma's uit te voeren. De processor bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder de rekenkundige logische eenheid (ALU), die wiskundige en logische bewerkingen uitvoert, en de besturingseenheid, die de activiteiten van de andere delen van de processor coördineert.

* Geheugen (RAM) :Geheugen, ook bekend als Random Access Memory (RAM), wordt gebruikt om gegevens en instructies op te slaan die momenteel door de computer worden verwerkt. RAM is vluchtig, wat betekent dat de gegevens die erin zijn opgeslagen verloren gaan wanneer de computer wordt uitgeschakeld.

* Opslag (harde schijf) :Opslag, ook wel secundaire opslag of massaopslag genoemd, wordt gebruikt om gegevens op te slaan die momenteel niet door de computer worden verwerkt. Tot opslagapparaten behoren harde schijven, solid-state drives (SSD's) en optische stations (zoals cd-rom- en dvd-stations). Opslagapparaten zijn niet-vluchtig, wat betekent dat de gegevens die erop zijn opgeslagen niet verloren gaan wanneer de computer wordt uitgeschakeld.