Zo configureert u indexeringsopties in Windows 11:
Stap 1:Open indexeringsopties
- Druk op Windows-toets + R om het dialoogvenster Uitvoeren te openen.
- Typ 'configuratiescherm' en druk op Enter .
- Klik in het Configuratiescherm op "Systeem en beveiliging".
- Klik onder "Zoeken" op "Indexeringsopties".
Stap 2:Indexeringsopties aanpassen
- In het venster Indexeringsopties ziet u een lijst met locaties die momenteel zijn geïndexeerd.
- Om een locatie aan de lijst toe te voegen of te verwijderen, klikt u op de knop "Wijzigen".
- Schakel in het venster 'Geïndexeerde locaties' het selectievakje in naast de locatie die u wilt toevoegen of verwijderen.
- Klik op de knop "OK" om de wijzigingen op te slaan.
*Opmerking:als u al uw bestanden en mappen wilt indexeren, schakelt u het selectievakje naast 'Alle locaties' in en klikt u op de knop 'OK'.*
Stap 3:Geavanceerde indexeringsopties wijzigen
- Klik in het venster Indexeringsopties op de knop "Geavanceerd".
- In het venster "Geavanceerde opties" kunt u verschillende indexeringsinstellingen wijzigen, zoals de locatie van het indexbestand en de opties voor het opnieuw opbouwen van de index.
- Klik op de knop "OK" om de wijzigingen op te slaan.
Stap 4:Bouw de index opnieuw op
- Als u wijzigingen heeft aangebracht in de indexeringsopties of locaties aan de index heeft toegevoegd of verwijderd, moet u mogelijk de index opnieuw opbouwen.
- Om de index opnieuw op te bouwen, klikt u op de knop "Opnieuw opbouwen" in het venster Indexeringsopties.
Stap 5:Pas de wijzigingen toe
- Nadat u wijzigingen heeft aangebracht in de indexeringsopties of de index opnieuw heeft opgebouwd, klikt u op de knop "OK" om de wijzigingen toe te passen.
Nadat u de indexeringsopties heeft geconfigureerd, begint Windows uw bestanden en mappen op de achtergrond te indexeren. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van het aantal bestanden en mappen dat u heeft. |