| Er zijn verschillende manieren om te bepalen of een appel slecht is:
Visuele aanwijzingen:
* Kneuzingen: Aanzienlijke blauwe plekken, vooral zachte of papperige plekken, duiden op bederf. Kleine blauwe plekken kunnen oké zijn als de appel verder stevig is.
* Verkleuring: Bruine vlekken, vlekken of algehele verkleuring (buiten de normale blos van sommige soorten) zijn waarschuwingssignalen.
* Rimpels of verschrompelde huid: Een gerimpeld of verschrompeld uiterlijk betekent dat de appel vocht verliest en waarschijnlijk over zijn hoogtepunt heen is.
* Schimmel: Zichtbare schimmel (vage vlekken van welke kleur dan ook) betekent dat de appel absoluut slecht is en moet worden weggegooid.
* Zachte plekken: Gebieden die ongewoon zacht zijn of gemakkelijk onder druk staan, zijn een teken van bederf.
Geurtest:
* Zure of gistende geur: Een zure, alcoholische of anderszins onaangename geur duidt op bederf. Een frisse appel moet een aangenaam, lichtzoet aroma hebben.
Smaaktest (wees voorzichtig):
* Bijsmaken: Als een kleine smaak een zure, bittere of anderszins onaangename smaak onthult, is de appel waarschijnlijk slecht. Voer slechts een kleine smaaktest uit en gooi de appel weg als deze niet lekker smaakt. Vermijd het proeven van appels die duidelijke tekenen van bederf vertonen.
Belangrijke opmerking: Als je het niet zeker weet, is het altijd beter om voorzichtig te zijn en de appel weg te gooien. Het eten van een rotte appel kan spijsverteringsproblemen of erger veroorzaken, afhankelijk van de mate van bederf en de aanwezigheid van schimmels. |